Huisvesting arbeidsmigranten
Huisvesting arbeidsmigranten
‘SNF-norm: niet perfect, wel nodig’
Duizenden ondernemers in Nederland maken gebruik van arbeidsmigranten, zeker in de agrarische sector. Velen regelen ook de huisvesting van deze vaak tijdelijke krachten. Maar waar moet die huisvesting precies aan voldoen? Is de norm van de Stichting Normering Flexwonen (SNF) leidend? En wat vraagt AB Werkt van u op dit vlak?
‘Verreweg de meeste werkgevers willen hun werknemers goed behandelen – ook als deze maar enkele weken in dienst zijn’, zegt Paul Palmen, manager E-Flex bij AB Werkt. ‘Als die werkgevers huisvesting regelen, houden ze daarom rekening met veiligheid, licht, ruimte, hygiëne en privacy. Alleen al omdat werknemers die ’s avonds goed uitrusten de volgende dag aanmerkelijk productiever zijn.’
Ergernis over onduidelijkheid
Wettelijke en gemeentelijke richtlijnen bepalen waaraan huisvesting voor arbeidsmigranten moet voldoen. ‘Los van die richtlijnen is er alleen de SNF-norm’, vertelt Palmen. ‘Die is veel gedetailleerder. Zo moet er 0,36 kubieke meter kastruimte zijn. Of mag een bed niet kleiner uitvallen dan 80 bij 200 centimeter. Veel ondernemers die ik spreek, vinden de SNF-norm té gedetailleerd en ook wat overdreven. Waarom zou 0,3 kubieke meter kastruimte echt niet kunnen?’
Tegelijkertijd merkt Palmen ergernis over onduidelijkheid. ‘Bijvoorbeeld als een norm nog niet ingevuld blijkt. Of van de één op de andere dag verandert. Of vooral van toepassing lijkt op traditionele woningen; niet op andersoortige huisvesting, zoals keurig omgebouwde bedrijfsgebouwen.’ Ook botst de SNF wel eens met verzekeraars. ‘Dan eist de eerste dat alles onder één dak zit en de laatste juist dat keukenblok en slaapruimte gescheiden zijn. Zeer lastig voor ondernemers.’
Redenen voor SNF-certificatie
Die vaagheid en onvoorspelbaarheid ontnemen veel werkgevers de lust om SNF-certificering aan te vragen. En die bereidheid is toch al matig, weet Palmen. ‘Zeker zolang het certificaat geld kost en niet verplicht is – noch vanuit de overheid, noch vanuit cao’s. Zelfs als ondernemers voldoen aan de SNF-norm, vinden zij certificering vaak overdreven. Ze willen niet nog meer geld uitgeven. Als íemand dat moet doen, stellen zij, dan zijn het de bedrijven die de normen aan hun laars lappen.’
Desondanks zijn er volgens Palmen goede redenen om te investeren in een SNF-certificaat. ‘Zo neigen steeds meer gemeenten ernaar om dit certificaat te eisen. Vragen veel ketenpartijen er nadrukkelijk om. En voelen ook partners, consumenten en potentiële medewerkers zich in toenemende mate aangetrokken tot fair produce. Om het label ‘fair’ te krijgen, moet een product onder meer rechtvaardig geproduceerd zijn. Dat betekent ook: goede huisvesting van arbeidsmigranten. En een ondernemer kan wel garanderen dat die huisvesting in orde is, maar een onafhankelijke check is toch geloofwaardiger.’
Meer weten over regels voor de huisvesting van arbeidsmigranten? Neem dan contact op met AB Werkt. 0475-352030
|